Witloof is een mooi voorbeeld van Vlaams culinair vakmanschap.
Onze landbouwers steken er enorm veel tijd, energie en liefde in.
Het resultaat is een topproduct waar culinaire pareltjes mee gecreëerd worden, zowel op traditionele wijze als op heel innovatieve manieren.
Witloof is het hele jaar door verkrijgbaar, maar op zijn best van september tot mei.
Witloof zelf ooit een echte Vlaamse innovatie was die ontstond in de winter van 1834-1835.
De Brabantse hovenier Frans Brezier kwam op het idee om wortels van chicorei te bedekken met een laagje losse aarde, en zag dat er vervolgens een krop van wit loof groeide – het witloof was geboren en bleek nog lekker ook.
Het wordt zelfs geëxporteerd naar Japan en daar per stronkje verkocht als een echte delicatesse.
Witloof wordt ondertussen ook in andere landen verbouwd, maar òns witloof staat wereldwijd bekend als het witte goud.
Het ultieme winterse comfort food en altijd een belevenis voor het hele gezin.
Culinair kan je met witloof alle kanten uit.
De combinatie met een hoppig streekbier ligt voor de hand, maar je kan er zeker ook een Vlaamse wijn bij drinken.
De trots van Vlaams-Brabant
Vroeger werd het vaak in den hof bij mensen thuis gekweekt, maar vandaag wordt witloof vooral geteeld door tuinbouwbedrijven in de regio Brussel-Mechelen-Leuven.
Deze wintergroente uit volle grond draagt een BGA-label, wat staat voor ‘Beschermde Geografische Aanduiding’.
De teelt vraagt om een specifieke grondsoort, veel tijd en vakmanschap.