Om frieten te maken heb je twee dingen nodig: een grondstof - de aardappel - en een bereidingsmethode - het frituren, waaraan de friet zijn naam ontleent.
Aangezien de aardappel rond 1540 in Europa is aangekomen, via de Spaanse veroveraars, kunnen we veronderstellen dat de frieten het daglicht hebben gezien aan de vooravond van de 17e eeuw, in Spanje.
Volgens Pierre Leclercq kunnen we aannemen dat deze specialiteit, zoals we die nu kennen, is ontstaan in de context van de kermissen en de reizende kooplieden, rond het midden van de 19e eeuw, in een tijd waarin steeds meer tijd werd besteed aan ontspanning.
In deze context hadden verschillende kooplieden waarschijnlijk hetzelfde idee op hetzelfde moment.
De Belgische gastronomische historicus Pierre Leclercq herinnert zich dat in die tijd ‘vet een luxe was voor de gewone man’.
Via zijn onderzoek heeft Pierre Leclercq getraceerd hoe de Parijse frieten hun weg naar ons hebben gevonden, rond 1840, toen de familie Krieger, afkomstig uit Duitsland, ze begon te verkopen op onze kermissen.