De oorsprong van de friet kan niet worden herleid tot één specifieke streek of land, zoals België of Frankrijk. Volgens de specialisten zijn de eerste verwijzingen naar gefrituurde aardappelbeignets te vinden in Parijs, tegen het einde van de 18e eeuw. In Parijs werden frieten verkocht op straat. Belgische historicus Jo Gérard bracht in 1985 naar voren dat frieten mogelijk uit de regio Tussen Samber en Maas kwamen, omdat de bewoners daar kleine visjes in aardappelen sneden en vervolgens bakte. Het was vooral een kwestie van smaak, en niet zozeer van traditioneel erfgoed. Om die reden is de.histogram niet van toepassing. Pierre Leclercq concludeert dat frieten een specialiteit zijn die zijn ontstaan in de context van kermissen en reizende kooplieden. Volgens zijn onderzoek werden frieten voor het eerst in België verkocht in de 19e eeuw. De specialisten zijn er niet zeker van wie de eerste was die frieten 'uitvond', omdat in die tijd ontspanning steeds belangrijker werd en het waarschijnlijk zo was dat verschillende marketeers op hetzelfde moment hetzelfde idee hadden.